De bekkenbodem:
De organen in het bekken worden ondersteund door de bekkenbodemspieren.
Deze zijn als een trampoline onder in de buik gespannen tussen schaambeen en heiligbeen.
Behalve ondersteunen van de organen, zorgen de bekkenbodemspieren er voor dat je urine, ontlasting en windjes kunt ophouden en dat je, wanneer jij dat wilt, kunt plassen, ontlasten en windjes laten.
Ook draagt de bekkenbodem bij aan de stabiliteit van het bekken.
De vorm van het bekken is bij mannen en vrouwen verschillend, de functie van de bekkenbodem is hetzelfde.
Een goed functionerende bekkenbodem heeft genoeg kracht om te dragen en om continent te blijven, maar kan ook voldoende ontspannen om urine en ontlasting te laten passeren.
Ook bij gemeenschap is een goed ontspannen bekkenbodem belangrijk.
Het doel van oefenen van de bekkenbodem is dat de spier voldoende sterk is en ondersteunt, goed kan ontspannen en alert reageert op drukverhoging in de buik.
Voorbeelden van bekkenbodemproblemen:
- ongewild verlies van urine en ontlasting
- niet te onderdrukken aandrang om vaak te plassen/ontlasten
- problemen met de ontlasting, bijv. obstipatie
- klachten als gevolg van verzakking blaas, baarmoeder of darmen
- seksuele problematiek, samenhangend met functiestoornissen van de bekkenbodem
Vormen van incontinentie:
- Stressincontinentie: de druk die in de buik op de blaas heerst is groter dan de druk die de bekkenbodem kan opvangen, bijv. tijdens hoesten, niezen, lachen, tillen, dragen en sporten
- Urge-incontinentie: als je je plas niet kunt ophouden bij aandrang. Bij geringe vulling van de blaas treedt er een plasreflex op
- Overloopincontinentie: je krijgt dan geen prikkel om te plassen en de blaas wordt te vol. Als de blaas niet verder meer kan uitrekken, verlies je urine, vaak in druppeltjes
- Faecale incontinentie: ongewild verlies van ontlasting en windjes
Bekkenbodemtherapie:
Bekkenbodemtherapie is een vorm van oefentherapie ter behandeling van functiestoornissen van de bekkenbodem.
Deze functiestoornissen kunnen het gevolg zijn van een te slappe bekkenbodem (bijv. incontinentie, verzakking), maar ook van een te gespannen bekkenbodem (bijv. verstopping, pijn bij gemeenschap).
Bij een te slappe bekkenbodem leert men zich bewust te worden van de bekkenbodem, het leren spannen en ontspannen en krijgen van een goed spiergevoel in het bekkengebied.
Daarna zal de behandeling gericht zijn op het versterken van de bekkenbodem.
Bij een te gespannen bekkenbodem zal de behandeling bestaan uit het bewust worden van de bekkenbodem, het leren ontspannen en daardoor weer controle te krijgen over de bekkenbodem.
Bekkenbodemproblemen komen niet alleen bij vrouwen voor, maar ook bij mannen (bijv. na een prostaatoperatie) en bij kinderen.